01-BO-collage01

Pilootproject Wonen

Vacante Ensembles

Dit onderzoeksvoorstel maakt deel uit van de selectie Pilootprojecten Collectief Wonen, waarin vijf teams peilden naar de potenties van nieuwe woonvormen in Vlaanderen.De studie start vanuit een besef van hoogdringendheid: tegen 2030 heeft Vlaanderen nood aan meer dan 300.000 nieuwe woningen.
Het is onze overtuiging dat een groot deel van deze productie in stedelijk gebied moet gerealiseerd worden, waarbij  elke verdere verdichting sowieso een heikele evenwichtsoefening zal vormen. We focussen op het 20e eeuwse territorium of de voorstad, vanuit de indruk dat dit moeilijk aflijnbare gebied merkwaardig genoeg grotendeels inhoudelijk onontgonnen terrein is. De kernstad en de 19e eeuwse gordel werden in Vlaanderen de afgelopen tien jaar genoegzaam gedocumenteerd. Er bestaat een arsenaal aan geteste en waardevolle instrumenten en gekende goodpractices, die vaak vanuit het bouwblok vertrekken.

Het 20e eeuwse project daarentegen is voorlopig eerder onaf: het paradigma van de voorstad als archipelstad, als een keten van îles flottantes of losse ensembles legt bij verdere beschouwing meerdere vacatures bloot.

De vaststelling dat een groot deel van dit territorium uiteen valt in vacante en herkenbare flodders doet vermoeden dat hier opportuniteiten liggen: schuilt in dit gebied een hernieuwd ideaal? Wat valt er dan te rapen? Is verdichting de enige bonus? Waar zit de bruidsschat verstopt?

VACANTE ENSEMBLES

2013
Studie ‘Pilootprojecten wonen : nieuwe vormen van collectiviteit.’ 
Onderzoeksteam: BULK, Onderzoekscel Stadsontwerp Universiteit Antwerpen, Collectief Noord, CLUSTER
Opdrachtgever: Team Vlaamse Bouwmeester, Agentschap Wonen Vlaanderen,
Vlaamse ministerie voor wonen en stedenbeleid, Team Stedenbeleid, VMSW

MEULESTEDE NOORD

2014
Casus ‘Pilootprojecten wonen : nieuwe vormen van collectiviteit.’ 
Masterplan en nieuwe collectieve bouwstempels 
Onderzoeksteam: BULK, Onderzoekscel Stadsontwerp Universiteit Antwerpen, Collectief Noord, CLUSTER
Opdrachtgever: Team Vlaamse Bouwmeester, Agentschap Wonen Vlaanderen,
Vlaamse ministerie voor wonen en stedenbeleid, Team Stedenbeleid, VMSW, Samenlevingsopbouw Gent vzw, Stad Gent, SOGent, REScoop vzw

REDERSPLEIN

2016
Masterplan en bouwblok met woningen
Opdrachtgever: ACASA-Urban Link

ile flotante
01-AM-collage01
01-BO-collage02

In een inventaris van het heterogene voorstedelijke weefsel van Antwerpen (h)erkennen we een canon van leesbare en typische ensembles die we definiëren als typecontexten. Vijf van deze typecontexten worden in een ontwerpend onderzoek onderworpen aan twee intrinsiek tegengestelde ontwerpstrategieën: regeneratie en mutatie. In het ene geval (regeneratie) wordt het bestaande ensemble geëxalteerd, in het andere geval (mutatie) wordt het ensemble verrijkt door een nieuwe logica.

De voorstad toont in een aantal collages haar potentieel: een groot deel van de bestaande ensembles blijkt gebaat bij aanzienlijke verdichting. Ze bieden door hun heterogene karakter daarnaast kansen om op een inventieve manier kringlopen en stadsecologie te herdefiniëren en lijken door hun bevattelijkheid en sluimerende kwaliteiten ontvankelijk voor nieuwe vormen van collectiviteit. 

01-CO-collage01
01-KW-collage02
02-CO-collage02

Meulenstede Noord

Het tweede luik van de studie Pilootprojecten Wonen focust op een casus op de kop van Meulestede, een uitloper van de randstad in de havenstructuur van Gent. 

De initiële vraag om een CLT-project (Community Land Trust) van een 25-tal wooneenheden uit te werken, wordt verruimd naar een masterplan voor de ganse wijk, dat een sterke woonverdichting (+120 woningen) combineert met een aanwas en upgrade van de beschikbare publieke ruimte. In het achterhoofd worden nieuwe woonvormen naar voor geschoven, die door een andere wijze van ruimtedeling en grondbeheer een antwoord bieden op de stijgende en stilaan prangende woonvraag in Gent. Vijf duidelijk gefaseerde bouwstempels voorzien in een ruim aanbod aan nieuwe vormen van collectief wonen, die de ambitie tot samenleven soms heel voorzichtig motiveren en soms heel expliciet organiseren. 

PPW iso stap_8

We voegen nieuwe bewoners toe die samenwonen rond een semicollectief erf, een woonsteeg delen met bestaande bewoners, zich inschrijven in een CLT project met verregaande afspraken over grond-deling, effectief samenwonen in kleinere studio’s met een gemeenschappelijke leefruimte of uit eigen beweging een co-housingproject opzetten.

Op termijn zal de buurt voor alle bewoners geluidsarmer zijn, hebben ze meer publiek groen per bewoner ter beschikking (en daarboven extra collectief groen), zullen ze er rustiger en veiliger wonen, en zal de sociale cohesie stijgen.

Bovendien halen we na alle stappen een densiteit van 53 woningen per hectare gekoppeld aan veel open publieke en collectieve ruimte en dus een redelijk stedelijke dichtheid met een landschappelijke onderlegger.

PPW14.500-iso-02-draft
PPW14.500-iso-03-draft
PPW14.500-iso-05-draft

Naar ontwerpvorm is dit masterplan een toepassing van het Landstedelijk Wonen dat in het eerste deel van deze studie theoretisch onderzocht werd en in die zin relevant voor meerdere randstedelijke gebieden in Vlaanderen. De verdichting van de randstad moet, net zoals die van de binnenstad uitgaan van de aandacht voor de onbebouwde leegte, de publieke ruimte. Een verdichting die daaraan voorbij gaat is nefast voor de woonkwaliteit van een buurt. In de randstad is die publieke leegte eerder landschappelijk als onderlegger en vraagt om een andere benadering van de woonstempels. De woonstempels in deze studie zijn nooit gesloten bouwblokken met private binnen gebieden, het zijn lossere ensembles die bij elkaar worden gehouden met een haag of een tuinmuur en waarvan het binnengebied collectief is. In die zin beantwoorden deze stempels aan de ambitie van het Landstedelijke Wonen : een dense footprint combineren met een open en groene ruimtelijke structuur.

PPW14.500-iso-04-draft
PPW14.500-iso-01-draft

Redersplein

Op de kop van het studiegebied uit de tweede fase ontwikkelen we een effectief bouwproject. Het noordelijke deel van het schiereiland Meulestede toont zich als een dorp dat volledig is ingesnoerd door haveninfrastructuur. Hier begint de haven en eindigt de stad. Fragmenten van dorpse bouwblokken en oude beluikjes worden afgewisseld door slabs uit de jaren ’60 en torens met sociale woningbouw uit de jaren 70. De 18e eeuwse Sint Antonius Abtkerk staat er wat verweesd bij, sinds de kaalslag en het verdwijnen van de bebouwing op de kop van Meulestede.  

Het geplande bouwproject kiest ervoor niet te kiezen. Het probeert de leegte te repareren en de twee fascinerende schaalniveaus van de wijk te verzoenen. We opteren voor één duidelijk bouwblok met verschillende adressen. Aan de Albatrosstraat wordt het originele beluik hersteld, in de vorm van een autoluw en groen woonerf met voornamelijk grondgebonden woningen.

MSG16.500 P-171030 gevelbeeld

Aan de zijde van de voorhaven appelleren vier nieuwe pakhuizen aan het maritieme karakter van de wijk en wordt het Redersplein terug in proportie gebracht, zonder het perspectief op de nieuwe Meulestedebrug te verliezen. Het geplande hoogteaccent is vormgegeven als één van de pakhuizen.

Aan de zuidzijde toont het bouwblok zich als een lage kloostermuur met bomen, terwijl aan de noordzijde een klein atelier de wijk en het binnengebied afschermt. Door de inplanting en vormgeving van de gebouwen en de publieke ruimte wordt het lawaai van de New Orleans straat sterk gebufferd. Een nieuw natuurlijk en dichtbegroeid bosje op de talud zorgt voor een bijkomende filter.  Het redersplein en de kade worden voorzien van grote bomen , waarbij de bestaande bomen op het terrein worden gerecupereerd.