Perenpit
Een bonte mix van woonvormen geeft de voormalige kleuterschool de Perenpit in een bouwblok in Mortsel een nieuwe invulling.
Een nieuw openbaar plein verzorgt een doorsteek door het bouwwblok voor voetgangers en fietsers. Een statig appartementgebouw met mooie loggia’s en een arcade, vier rijwoningen en een dubbelwoonst als kopgebouwtje flankeren het plein.
De joker van het project is een co-housing torentje met collectieve ruimtes en een deeltuin en op de begane grond een verhuurbare kantoorruimte. Het intelligente casco laat meerdere invullingen toe.
Herontwikkeling site De Perenpit
26 woningen en co-housing
Mortsel
Besloten wedstrijd - Laureaat
2018-
Mortsel kent een evidente en milde vorm van verstedelijking. Stad buiten de Stad.
Als meest nabije voorstad van Antwerpen groeit ze gestaag.
Over de originele landelijke structuur werden vanaf de 19e eeuw grotere structuren gelegd: de spoorwegen snoerden de stad in, de forten bepaalden leegtes en de R11 sneed dwars door bestaande wegen en paden heen.
Vanaf de 20e eeuw zijn de fragmenten van dit overblijvend fijnmazige weefsel verder ontwikkeld met woonuitbreidingen, die relatief dens ogen. De bouwblokken worden hier ijler en groter, om uiteindelijk te vernevelen tot verkavelingen.
Het potentieel voor groei ligt hier verscholen in “buitenkamers” die vaak achter de linten van kleine rijwoningen of villa’s zitten. Hier ontstaat een soort Stad binnen de Stad, waarbij recentere en grootschalige ontwikkelingen zich nestelen in de beschikbare pit van de originele bouwblokken. In deze aanwas schuilt ook een zeker gevaar: de schaalsprongen leveren allerlei conflicten op tussen privé en publiek, tussen de originele schaal van bewoning. De aanwezige landschappelijke en eerder dorpse kwaliteiten worden opgesoupeerd.
De ontwikkelingen rondom de site lezen als een staalkaart van historische ingrepen en verschillende stedenbouwkundige basismodellen, die letterlijk op elkaars grenzen botsen. Het herontwikkelen van dit klein stukje dense stad, zet ondubbelzinnig in op groen en echte publieke ruimte om de leefomgeving een stukje beter te maken. We zetten de leegte in als onderhandelaar om de aanwezige stedenbouwkundige figuren te rijmen.
De publieke buitenruimte aan de zuidkant van de site. Fijn in de zon, over de volledige diepte van het bouwblok, als doorsteek, als eerste publieke ruimte. Een ruimte voor de buurt en voor wie er komt wonen. Het publieke domein wordt begrensd door het nieuwe woongebouw en een mooi afwerkte tuinmuur. Woningen en appartementen met zicht op het park. Aan de Van Peborghlei staat een tweede kloek woongebouwtje, zodat de korrel van de straat niet te grof wordt. Aan de binnenzijde van de L vormige bebouwing leggen we een grote collectieve tuin, die aansluit op alle woningen, als inverse van de publieke ruimte.
Er is een schaal tussen het publieke en het huiselijke, de schaal van de tussenruimte, waar we graag op inzetten. Gebouwen op een kleine plint. De drempel van de woningen wordt een bewoonbare drempel. We metselen een mooie tuinmuur aan de zuidzijde van het plein. De muur als volwaardige gevel van het plein. Decor of behangpapier van de openbare ruimte. Penanten in de muur zorgen voor stabiliteit en de nissen laten plaats voor bankjes of plantvakken. We kiezen ervoor de stedenbouwkundige vorm waar nodig te versnijden tot verschillende volumes van verschillende korrelgrootte. Bij die korrel hoort een adequate typologie. Doorsteekjes voor bijkomende ingangen.